‘Ik zie nu ook juist de kansen van de cao’
Ze geeft eerlijk toe dat ze eerst niet zo enthousiast was over de nieuwe cao primair onderwijs. Vooral de 40-urige werkweek was een obstakel om uit te leggen aan ‘haar’ lerarenteam. Nu, na acht maanden, ziet Angèle van der Star, directeur van de Venhuisschool in Zuidwolde en voorzitter van de AOb-directiegroep po, alles al wat zonniger in.
Je had bedenkingen bij deze cao. Hoe kwam dat? “Het duurde inderdaad wat maanden voordat ik de voordelen van deze cao zag”, zegt van der Star. “Mijn grootste bedenking kwam door de invoering van de 40-urige werkweek, omdat ik gewoon niet begreep hoe dat mogelijk zou moeten zijn met alle taken die docenten hebben. Hoe kun je dat in 40 uur proppen en hoe moet ik dat aan mijn docenten uitleggen? Bovendien was ik bang dat het vooral veel gedoe over werktijdsfactoren oplevert en zag ik ook dat je invoeringsplannen al voor de zomer moest maken.”
Kom je er door die cao-afspraak niet achter dat leraren te veel uren maken? “Ja, dat is ook waarom ik nu het positieve van de cao zie. Het maakt inzichtelijk hoeveel uren leraren wel niet draaien. Het is nog steeds niet realistisch om te denken dat het is opgelost, maar we hebben het er in ieder geval over. Vroeger was het normaal dat er te veel uren werden gemaakt, nu zie je dat.”
Maar kun je er als schoolleider ook iets aan doen? “Als schoolleider kan ik samen met het team prioriteiten stellen en taken schrappen. We moeten een selectie maken en serieus kijken naar de administratieve taken, zoals het nakijkwerk en handelings- en groepsplannen. Wat is zinvol en wat kunnen we beter laten? Administratieve dubbelingen moeten we voorkomen. En dan zouden we ook alle evenementen daarnaast moeten bekijken, zoals Pasen, Kerst of Koningsdag. Een project over Dodenherdenking? Interessant, maar wel weer extra werk. We doen te veel en durven te weinig prioriteiten te stellen.”
Wat is het grootste misverstand over deze cao? “Dat leraren meer uren moeten werken of vakantie moeten inleveren. Ze werken 1659 uur per jaar en dat blijft zo. Wel kun je het op verschillende manieren inrichten. Wij gaan uit van 40 lesweken van 40 uur. Dan zit je op 1600 uur. Om de werkdruk te verlagen, willen we niet boven die 40 uur per week uitkomen. Daarom kun je met elkaar afspreken hoe je de overige 59 uur (van de 1659) gaat besteden. Leraren hebben een grote stem hierin. Je kunt kiezen om op bepaalde dagen in de lesvrije weken dingen te doen of na schooltijd. Ik merk dat sommige bestuurders met deze afspraak aan de haal gaan en eisen dat leraren 40 uur per week op school zijn of meer moeten lesgeven. Ik geef toe dat ik ermee heb geworsteld, maar het gaat uiteindelijk om werkdrukverlaging. Ik zie dan vooral veel kansen.”
Zoals? “We kunnen nu eindelijk al die uren benoemen en overleggen hoe we al het werk gaan verdelen. Maar ik vind ook dat we het niet te ingewikkeld moeten maken. Het gaat om vertrouwen. Als een leraar eerder naar huis gaat, weet ik wel dat hij ’s avonds verder werkt. Dat is waar deze cao over gaat: om vertrouwen en veel overleggen om samen tot werkdrukverlaging te komen.”
Bron: © AOb 16 april 2015 Tekst Karen Hagen