De leraar zit in een glazen huis

De leraar zit in een glazen huis

Het is fijn zelf aan het roer te staan van je school. Beter dan dat je alles van buiten krijgt opgelegd. Maar hoe doe je dat als leerkracht? Hoe behoud of vergroot je de professionele ruimte?

“Hoe maak je meer ruimte om je eigen ding te doen”, vraagt Angèle van der Star, secretaris van het sectorbestuur primair onderwijs van de AOb, zich hardop af. Van der Star weet dat dit een onderwerp is waar veel leerkrachten mee worstelen. Vandaar dat zij namens de AOb in samenwerking met onderwijsadviesbureau APS op 25 april een conferentie voor het basisonderwijs organiseert, die als titel draagt: ‘Met kracht vooruit als professional in het basisonderwijs’. Iedereen die werkt in het basisonderwijs of op een pabo, is welkom in Utrecht. Van der Star is ook dagvoorzitter. Ze schetst een brute werkelijkheid van over de schouders van onderwijsgevenden meekijkende directeuren, ouders, politici, adviseurs, bestuurders en nog veel meer volk. En dan gaat het over kerndoelen, leerlijnen, eindtoetsen, zorgondersteuningsprofielen, passend onderwijs en dergelijke. “De leraar zit in een glazen huis, met steeds meer bemoeienis van buitenaf. Ons advies is dat leerkrachten niet moeten afwachten welke professionele ruimte uiteindelijk overblijft. Ga de dialoog aan, neem zelf ruimte en zet die naar je hand.”

Maar hoe doe je dat? Daar gaan de workshops en de plenaire inleiding van Ady Hoitink van APS over. ‘Professionalisering – van ojee naar oja’, zo is de titel van Hoitinks openingspraatje. Zij ziet menig onderwijsgevende in de kramp schieten door al die druk van buiten. “Ontmoeten in plaats van moeten, daar zou het vaker over mogen gaan. Vandaar de titel: ‘ojee’ staat voor ‘moeten’ en ‘oja’ voor ‘ontmoeten’, van minder ‘moeten’ naar meer samen de school ‘maken’”, zegt Hoitink. Daarbij moet volgens Hoitink de focus meer richting persoonlijkheidsontwikkeling en leren op de werkplek. “Kennis is belangrijk, maar uiteindelijk leren kinderen het best als er iemand voor de klas staat die straalt in zijn vak. Iemand die de rust in zich heeft om echt contact te maken met kinderen, ouders of collega’s. Dat stralen moeten we dus versterken. Daarvoor moet je bijvoorbeeld elkaar helpen naar jezelf en naar kinderen te kijken”, vertelt Hoitink. Ze tipt: “Interactieve begeleiding met behulp van een camera in de klas is een van de meest effectieve methodes om door emoties gestuurd gedrag te veranderen. In de spiegel kijken werkt het best.”

Van der Star stipt de professionele leergemeenschap aan. Dat is volgens haar ook een prima manier om samen de school te maken. Dat je als team bijvoorbeeld echt samen kijkt naar de onderwijsinhoud, de formatie en de budgetten. “De tijd dat een directeur in zijn eentje de koers uitzet, ligt ver achter ons. De enige weg is in dialoog te gaan met alle belanghebbenden”, vertelt Van der Star die ook tweeënhalve dag per week directeur is op de Venhuisschool in Zuidwolde. “Natuurlijk gaat op mijn school ook niet alles perfect, maar we doen ons best. Feedback krijgen van collega’s is fijn. Dat geeft je de kans je verder te ontwikkelen. Als de feedback achter je rug plaatsvindt, dan ontnemen je collega’s je die kans op ontwikkeling.”

Bron: © 2012 het Onderwijsblad 10 maart 2012 Auteur: Moerman